Verkiezings(koorts)recht?!

element5-digital-T9CXBZLUvic-unsplash.jpg

Door: mr. Mirto F. Murray

De verkiezingen voor de leden van de Staten van Curaçao zijn over minder dan een week. Met radio jingles met pakkende teksten en creatieve ritmo kombina beats, niet altijd even artistiek vormgegeven, maar in ieder geval grote reclameborden links, rechts langs en boven de weg neer geplant en uiteraard de in het digitaal tijdperk anachronistisch aandoende wapperende vlaggen op zowat iedere lantaarnpaal, is de verkiezingskoorts op Curaçao losgebarsten. De grote publieke bijeenkomsten, opgeleukt door een of meerdere populaire bands, zijn schaars of non-existent door het nog steeds rondwarende Corona-virus. In de overtuiging dat er ongetwijfeld een correlatie bestaat tussen verkiezingen en het recht sloeg ik aan het schrijven en van mijn mijmeringen maak ik u graag deelgenoot.

Nu dacht u vast dat ik aan de hand van het Kiesreglement de juridische merites zou bespreken van het gebod om werknemers vier uur vrijaf te geven voor het uitbrengen van hun stem - waarvan nota bene een week van tevoren bericht moet worden gegeven aan de werknemer (artikel 43, eerste en tweede lid) -, of dat er in het stemlokaal een tafel moet staan waar (onder andere) een afschrift van het Kiesreglement moet liggen (artikel 49) en dat die tafel zodanig geplaatst moet zijn dat de kiezers de verrichtingen van het stembureau gade kunnen slaan (artikel 50). Of dat ik stil zou staan bij het heuse wettelijk verbod op het maken van kopieën van het ingevulde stembiljet, terwijl onder kopieën in het Kiesreglement enigszins vreemd aandoend ‘fotografische portretten’ begrepen worden (artikel 68a), waar mogelijk een wettelijke omschrijving voor een ‘selfie’, immers een fotografisch zelfportret, bedoeld is te geven. Maar nee, dat sla ik allemaal over. Net zoals ik de kleur van het van onderen verzwaarde gordijn van ondoorzichtige stof dat het stemhokje met zijwanden van een meter breed en twee meter hoog van de bespiedende ogen van de omstanders moet behoeden en ik de kleur van de twee vastliggende potloden die in het temhokje aanwezig moeten zijn (artikel 52) onbesproken laat, alhoewel in deze Covid-periode bekend is gemaakt dat iedere stemmer zijn/haar eigen potlood ontvangt. Ik weersta de neiging dieper in te gaan op de bepaling dat van onwaarde zijn stembiljetten waarop bijvoegingen zijn geplaatst (artikel 80, eerste lid) maar dat onder bijvoegingen weer niet verstaan worden ‘punten, strepen, vlakken, nagelindrukken, vouwen, scheuren, gaten en vlekken’, al is het maar omdat ik niet begrijp waarom je punten en strepen wel zou mogen toevoegen aan een stembiljet en al helemaal niet hoe je een vlak toevoegt.

Alhoewel het minutieus doornemen van alle verkiezingslijsten met kandidaten niet aan mij besteed is, meen ik toch te hebben kunnen opmaken dat (wederom) een aantal (ex-)advocaten - minimaal vier als ik mij niet vergis - en medici (huisartsen en medische specialisten) hun weg gevonden hebben (verder) de politiek in. Hulde voor hen, maar ook de vele anderen die zich verkiesbaar hebben gesteld, die op die wijze een bijdrage aan het vertegenwoordigen van ‘we the people’ willen leveren. Aan ons de taak onze stem uit te brengen en daarmee te bepalen wie ons vertegenwoordigt in de Staten van Curaçao. Althans, dat is de theorie! In de praktijk blijk ik namelijk als individu, maar zelfs als collectief van stemmers op een bepaalde persoon of politieke partij, maar weinig invloed te hebben op wie er daadwerkelijk op het pluche in de Staten plaatsneemt. Wanneer namelijk de partij van mijn voorkeur al voldoende stemmen haalt om een of meerdere zetels in de Staten te bezetten, is het geen automatisme dat degene met de meeste stemmen ook daadwerkelijk tot de Staten toetreedt tenzij deze persoon de zogeheten lijstkiesdeler haalt (artikel 98)  of onder omstandigheden meer dan de helft van de lijstkiesdeler (artikel 99) en daarmee automatisch mag toetreden tot de Staten. Zo is het mogelijk dat iemand die op nummer 4 op de lijst staat en 112 stemmen heeft verkregen voorrang heeft op iemand die op nummer 5 staat en 503 stemmen heeft verkregen. Dat lijkt mij af te doen aan de democratische legitimatie die met zich zou moeten brengen dat degene met de meeste stemmen - op een verkiezingslijst - als eerste in aanmerking zou moeten komen voor toetreding tot de Staten.

Van de geringe invloed van de stemmer blijkt ook in het geval dat de partij van onze voorkeur deelneemt aan de coalitie en regeermacht krijgt. Alras blijkt dan dat de aanvoerders van de verkiezingslijst, die dus in het huidige systeem het hoogst geplaatst stonden om toe te treden tot de Staten, ‘doorschuiven’ naar een ministerspost en dus andere dan de door ons gekozen personen op de lijst toetreden tot de Staten. Nu kun je zeggen dat dat inherent is aan onze politieke realiteit sedert de invoering van het Statuut maar het blijft natuurlijk een vreemde gewaarwording dat voorafgaand aan de verkiezingen niet gezegd wordt wie ‘echt’ Statenlidmaatschapambities heeft en wie liever minister wordt dan volksvertegenwoordiger in de klassieke zin.

Van durf zou het getuigen om nog los van de partijstructuren en de verkiezingslijsten de 21 personen - dat zouden in mijn ogen best 17 of 15 kunnen zijn gezien de omvang van onze bevolking, maar goed dat dus het wettelijk aantal leden met de meeste stemmen tot de Staten toe te laten. Dus simpelweg degene met de meeste stemmen vormen de Staten met vervolgens de realisatie dat een ieder die dan doorschuift naar een ministerspost mogelijk opgevolgd wordt door iemand van een andere partij of politieke beweging. Ik denk dat dit laatste nog het meest invulling geeft aan de beginselen van democratie en ook garandeert dat de uiteindelijk te vormen coalitie echt het vertrouwen van de Staten moet winnen én behouden in plaats van in het huidige systeem waarin er vrijwel blind gevaren wordt op de veronderstelling  dat dat vertrouwen er wel is omdat we nu eenmaal samen (Raad van Ministers en Staten) in dezelfde coalitie zitten. Ik vrees echter dat deze invulling van ons kiesrecht voor velen nog een brug te ver is. Feit is dat daar een wetswijziging voor nodig is nu het Kiesreglement niet in een dergelijk systeem voorziet en ik betwijfel of er genoeg draagvlak bestaat voor een dergelijke wetswijziging. Nee, de komende verkiezingen gaat het nog zeker zoals het nu in het land Curaçao al een decennium er aan toe gaat. Van mij de oproep desalniettemin actief gebruik te maken van uw stemrecht. Stem wijs!  

Mocht u zich afvragen of ik na dit filosoferen over verdere invulling aan het kiesrecht voor mezelf nog een carrière in de politiek weggelegd zie? Het antwoord daarop is: neen, deze schoenmaker houdt zich graag bij zijn toga!

Photo by Element5 Digital on Unsplash

Mirto Murray