Nood breekt geen wet!
Door: mr. Sucena A. Hortencia
Het kan niemand’s aandacht ontglipt zijn dat het Coronavirus heel veel gevolgen met zich heeft gebracht. De Curaçaose economie had het al zwaar te verduren, maar staat nu voor veel grotere uitdagingen. De koopkracht is enorm gedaald, veel werknemers zijn minder gaan verdienen of zijn ontslagen, waardoor het nakomen aan financiële verplichtingen door hen steeds moeilijker wordt. Men kan zich afvragen welke opties bestaan ten aanzien van deze verplichtingen. Breekt nood de wet? Rechtvaardigt betalingsonmacht het niet voldoen aan financiële verplichtingen of zijn er andere mogelijkheden?
In mijn vorig artikel, dat in maart in de Ñapa verscheen, heb ik aandacht besteed aan diverse uitwegen voor de nakoming van contractuele verplichtingen door een beroep op overmacht, onvoorziene omstandigheden of redelijkheid en billijkheid en de risicoverdeling. Indien het voorgaande niet baat, heeft de debiteur andere opties.
Het feit dat iemand niet kan voldoen aan de financiële verplichtingen en verkeert in een situatie van betalingsonmacht bevrijdt deze of gene echter niet van zijn/haar betalingsverplichting(en). Als het proberen tot het bekomen van versoepelde betalingsafspraken of een betalingsregeling geen soelaas bieden, kan men nog overwegen om surseance van betaling aan te vragen of het eigen faillissement.
De surseance van betaling is een tijdelijke maatregel gericht op herstel van de betalingsverplichtingen van de schuldenaar. Het faillissement is gericht op het te gelde maken, verkopen, van het vermogen van de schuldenaar ten behoeve van alle schuldeisers. De behandeling ter terechtzitting van de aanvraag van de surseance van betaling en de beslissing daarop gaat voor het verzoek tot faillietverklaring. De surseance is gericht op het voorkomen van een faillissement en is bedoeld hulp te bieden aan wanneer men tijdelijk niet in staat is te voldoen aan zijn schulden.
Gedurende de surseance van betaling kan de schuldenaar niet tot betaling van zijn schulden worden gedwongen. Een surseance van betaling kan alleen door de schuldenaar zelf worden aangevraagd als die voorziet dat hij met het betalen van zijn opeisbare schulden niet zal kunnen voortgaan. Het verzoek tot de verlening van de surseance van betaling dient te worden onderbouwd met de nodige stukken en ingeleverd bij het Gerecht in Eerste Aanleg. Het verzoek wordt voorlopig gelijk toegekend indien uit de overgelegde stukken volgt dat de schuldenaar schulden heeft die hij zal ophouden te betalen en er vooruitzicht van geheel of gedeeltelijke betaling is in de toekomst. De rechter zal voor het definitief verlenen van de surseance de bekende schuldeisers en de schuldenaar, horen. Indien er gegronde vrees bestaat dat de schuldenaar zal proberen de schuldeisers tijdens de surseance te benadelen of geen vooruitzicht bestaat dat de schuldenaar na verloop van tijd zijn schuldeisers zal kunnen betalen zal de surseance niet definitief worden verleend. Als de surseance van betaling wordt verleend vangt deze aan vanaf de dag van voorlopige verlening en kan deze anderhalf jaar duren met mogelijkheid van verlenging voor nog een anderhalf jaar. Door de surseance van betaling verliest de schuldenaar de vrije beschikking en vrij beheer over zijn vermogen en wordt een bewindvoerder benoemd door de rechter. De bewindvoerder helpt de schuldenaar en voert samen met de schuldenaar het beheer en beschikking over diens vermogen. Als er geen vooruitzicht meer bestaat dat schuldenaar onder surseance van betaling zijn schuldeisers na verloop van tijd zal kunnen betalen kan deze failliet worden verklaard.
Het faillissement kan worden aangevraagd door de schuldenaar zelf, door verzoek van een of meer schuldeisers, op vordering van het Openbaar Ministerie of de vereffenaar. Het faillissement wordt bij vonnis door het Gerecht in Eerste Aanleg uitgesproken als de schuldenaar is opgehouden te betalen en de aanvrager een redelijk belang heeft. De duur van het faillissement is niet beperkt aan een bepaalde periode zoals de surseance. Door het faillissement blijft de schuldenaar bevoegd om handelingen aan te gaan, maar is deze niet meer gerechtigd om goederen aan een ander te vervreemden. De rechter benoemt een curator en die is belast met het beheer en vereffening van het vermogen van de failliet. De vereffening brengt met zich mee dat eigendommen van degene die failliet wordt verklaard zullen worden verkocht om de schulden te betalen. Een vennootschap heeft in tegenstelling tot een persoon een afgescheiden vermogen waardoor goederen die in privé bezit zijn meestal bespaard blijven. Bij een faillissement in privé is dat echter niet het geval en dient er rekening te worden gehouden dat het woonhuis, auto(‘s), juwelen, huishoudelijke producten en alle tegoeden op rekeningen zullen worden getroffen om de schulden te kunnen voldoen.
Zowel bij de surseance van betaling als het faillissement is er een rechter-commissaris. Bij de surseance van betaling adviseert en voert de rechter commissaris enkele bij de wet toebedeelde bijzondere bevoegdheden uit en bij het faillissement houdt de rechter commissaris toezicht op het beheer en de vereffening van de failliet boedel en voert de rechter commissaris enkele bij de wet toebedeelde bijzondere bevoegdheden uit. Het einde van de surseance en het faillissement kan op verschillende manieren worden teweeggebracht en betreft een aspect dat uitvoerige uitleg behoeft, waardoor dit in het onderhavige artikel verder buiten beschouwing wordt gelaten.
In privé failliet zijn heeft overwegende het bovenstaande, het te gelde maken, verkopen, van het vermogen van de schuldenaar ten behoeve van alle schuldeisers, derhalve vergaande gevolgen en dient niet al te snel te worden overwogen. Tevens dient rekening te worden gehouden met het feit dat er op Curaçao geen schuldsanering is en/of een andere mogelijkheid waardoor de resterende schulden bij het uitspreken van het faillissement worden kwijtgescholden. De schulden blijven voortbestaan en op het moment dat er weer inkomsten zijn, kan de curator deze aanwenden om de schulden af te lossen. Dit brengt met zich mee dat zolang de schulden niet zijn afbetaald het faillissement voortduurt en niet zal worden opgeheven wegens gebrek aan baten. Een vennootschap die failliet wordt verklaard kan op andere manieren doorgaan, maar een persoon die failliet wordt verklaard kan zolang er nog schulden zijn, niet zonder de bemoeienis van de curator en rechter commissaris verder en/of een herstart maken. Grijp derhalve niet te snel naar dit zwaar middel en indien een tijdelijke maatregel toch nodig is om tot herstel van de betalingsverplichtingen te komen, overweeg dan eerder om een surseance van betaling aan te vragen.
Photo by Tingey Injury Law Firm on Unsplash