Buren: let’s be civilized!
Door: mr. Sucena A. Hortencia
De afgelopen weken heeft de media tussen al het politieke en justitiële nieuws aandacht geschonken aan verschillende situaties tussen buren die nogal waren geëscaleerd. In de ene buurt werd overlast geconstateerd van water dat stelselmatig op de openbare weg terechtkomt, in de andere buurt was er van veel samenscholing en harde muziek en in een andere buurt moest een bouwstop komen omdat de buren te hoog hadden gebouwd. De vragen die dan gelijk opkomen zijn, wat kan en wat mag? Deze vragen houden buren wel vaker bezig. Zo krijgen wij in onze dagelijkse praktijk los van de reguliere vragen over huurkwesties ook zo nu en dan vragen omtrent het burenrecht.
Vaak wenst de ene buur te weten indien zij zelf een bepaalde wijziging op hun erf kunnen bewerkstelligen of indien hetgeen de andere buur doet wel kan en ook mag en zo niet wat de volgende stap kan zijn. De wetgever heeft aan eigenaren van naburige erven -buren onderling- in Titel 4 van het boek 5 van het Burgerlijk Wetboek enkele bevoegdheden en verplichtingen gegeven; het burenrecht. Van belang is op te merken dat deze bepalingen uit hoofde van rechtspraak in principe ook gelden voor huurders.
De rode draad van het burenrecht is: houdt rekening met elkaar en let op omdat je niet vrij bent om alles te doen wat je wil. Kortom: gedraag je behoorlijk en veroorzaak geen overlast/hinder. Immers volgens artikel 5:37 BW mag de eigenaar van een erf niet in een mate of op een wijze die onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun. Het veroorzaken van hinder kan onrechtmatig zijn hetgeen kan leiden tot een claim van schadevergoeding.
Aan de hand van alle vraagstukken die mij de afgelopen tijd zijn voorgelegd, tast ik dat er behoefte is aan duidelijkheid inzake de rechten en plichten van buren. Derhalve som ik de vijftien (15) kern burengeboden op:
Veroorzaak geen hinder.
Lagere erven moeten het water ontvangen dat van hoger gelegen erven van nature afloopt.
Verander de waterloop, hoeveelheid of hoedanigheid van het stromend water of grondwater dat over een erf stroomt niet in een mate of wijze die onrechtmatig is en/of hinder veroorzaakt.
Plant geen bomen twee (2) meter voor de grenslijn tussen beide erven en plaats geen heesters of heggen 50 centimeter voor de grenslijn, tenzij de eigenaar van het ander erf toestemming hiervoor heeft gegeven of dat erf een openbare weg is of een openbaar water.
Vruchten van bomen die op het naburig erf vallen behoren aan het naburig erf.
De eigenaar van een erf kan te allen tijde van de eigenaar van het aangrenzende erf vorderen dat op de grens van hun erven behoorlijk waarneembare afpalingstekens gesteld worden of de bestaande zo nodig vernieuwen. De eigenaren dragen voor gelijke delen in de kosten.
Als de loop van de grens tussen twee erven onzeker is kan de rechter worden verzocht om de grens te bepalen.
De eigenaar van het erf is bevoegd zijn erf af te sluiten.
De ene buur kan te allen tijde vorderen dat de andere buur meewerkt dat op de grens van de erven een scheidsmuur van anderhalve meter wordt opgericht. De kosten van aanleg van de scheidsmuur komen voor de eisende buur, doch dient de andere buur naar eisen van goed nabuurschap daarin bij te dragen.
Het is zonder de toestemming van de andere eigenaar van het naburige erf niet geoorloofd binnen twee (2) meter van de grenslijn vensters of andere muuropeningen, dan wel balkons of soortgelijke werken te hebben voor zover deze op dit erf uitzicht heeft.
Een eigenaar is verplicht de afdekking van zijn gebouwen en werken zodanig in te richten, dat daarvan het water niet op eens anders erf afloopt.
Afwatering op de openbare weg is geoorloofd, tenzij dit bij landsverordening verboden is.
Een eigenaar is verplicht zorg te dragen dat geen water of vuilnis van zijn erf in de goot van een ander komt, tenzij partijen anders zijn overeengekomen.
Indien door een dreigende instorting van een gebouw of werk een naburig erf in gevaar wordt gebracht, kan de eigenaar van dat erf te allen tijde vorderen dat maatregelen worden genomen om het gevaar op te heffen.
Als op een erf aan een onroerende zaak werkzaamheden moeten worden verricht, mag het erf van de buren tijdelijk worden betreden als dat voor de uit te voeren werkzaamheden noodzakelijk is. De ander buur is gehouden dit na behoorlijke kennisgeving te gedogen en tegen schadeloosstelling, tenzij er voor deze buur gewichtige redenen zijn om het tijdelijk gebruik te weigeren of tot een later tijdstip te doen uitstellen.
Met de hierboven aangehaalde burengeboden wordt het (hopelijk) makkelijker om beter een goede buur te zijn dan een verre vriend!
In het burenrecht zijn geen bepalingen opgenomen voor de gevallen wanneer wordt gebouwd, verbouwd of gesloopt. De reden hiervoor ligt besloten in het feit dat voor het bouwen, verbouwen en slopen de regels zoals opgenomen in het omgevingsrecht en bestuursrecht in acht dienen te worden genomen. Conform de Bouw- en Woningverordening 1952 dient voor deze activiteiten een vergunning te worden aangevraagd en kunnen belanghebbenden - waaronder veelal de buren - indien zij het niet eens zijn met de vergunning hun zienswijze kenbaar maken aan de overheid of bezwaar maken of een voorziening verzoeken zoals een bouwstop. Een ander tak van de rechtenboom die in een ander artikel aan de orde zal komen.
Photo by Nina Strehl on Unsplash