‘Dat beloof ik!’
Door: mr. Lois van Veldhoven
Op dinsdag 23 april 2024 mocht ik voor het eerst mijn toga aan. Het was voor mij dan ook een speciale dag. Ik werd namelijk door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint-Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba beëdigd als advocaat. Ik beloofde – in het bijzijn van mijn vrienden, familie en collega’s – getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan het Statuut en de Staatsregeling, eerbied voor de rechtelijke autoriteiten en dat ik geen zaak zal aanraden of verdedigen, die ik in gemoede niet gelove rechtvaardig te zijn. Het is volgens de wet verplicht voor advocaten om de eed of de belofte af te leggen, maar waarom? En wat houdt zo’n eed of belofte nu precies in?
De advocateneed
De advocateneed is een plechtige verklaring die advocaten afleggen bij hun beëdiging. Het is een eed waarin advocaten beloven bepaalde principes en waarden te respecteren in hun beroepsuitoefening. Er zijn in de loop van de geschiedenis veranderingen geweest in de eed die advocaten afleggen. De inhoud en formulering van de advocateneed zijn geëvolueerd op basis van culturele, juridische en maatschappelijke ontwikkelingen.
Stukje geschiedenis
De oorsprong van de advocateneed ligt in de traditie van het Romeinse recht en het middeleeuwse Europa. In het oude Rome legden advocaten een eed af waarin ze beloofden de belangen van hun cliënten te behartigen en eerlijk te handelen. Deze traditie heeft invloed gehad op latere eedformules. Tijdens de middeleeuwen in Europa legden advocaten al de eed af aan de rechtbank of de koning. Ze beloofden trouw aan de heerser en eerlijkheid in hun praktijk.
In de moderne tijd ontstonden beroepsorganisaties zoals de Orde van Advocaten, die gedragsregels en ethische normen vaststelden. De advocateneed werd aangepast om deze normen te weerspiegelen. De eed dient steeds meer als basis voor de regulering van het gedrag van advocaten en benadrukt hun verantwoordelijkheid jegens de samenleving en het rechtssysteem. Tegenwoordig leggen advocaten een eed af waarin ze beloven de wetten en regels na te leven, de rechten van hun cliënten te beschermen en eerlijk te handelen. De specifieke formulering kan echter variëren per land en jurisdictie. Immers blijft de kern van de eed het waarborgen van integriteit, eerlijkheid en professionaliteit in de advocatuur.
In de praktijk
Tijdens de beëdiging op Curaçao dient de advocaat de eed of belofte af te leggen die in artikel 3 lid 2 van de Advocatenlandsverordening 1959 is weergegeven: "Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan het Statuut en de Staatsregeling, eerbied voor de rechterlijke autoriteiten, en dat ik geen zaak zal aanraden of verdedigen, die ik in gemoede niet gelove rechtvaardig te zijn." De advocaat bekrachtigt ten slotte de eed met het zogenaamde spreekgebaar (de wijs- en middelvinger van de rechterhand omhoog met de duim gekruist over de gebogen ringvinger en pink) waarbij de advocaat zegt: "Zo waarlijk helpe mij God almachtig". In de praktijk leest de griffier het eerste deel voor en wordt enkel de bekrachtigingsformule door de advocaat te worden uitgesproken.
Inschrijving en onder toezicht
Na de beëdiging kan de advocaat worden ingeschreven op het tableau. Vanaf dit moment staat de advocaat ook onder toezicht. Als een advocaat zich niet houdt aan de eed, kan dit leiden tot tuchtrechtelijke maatregelen. De tuchtrechtspraak voor advocaten op Curaçao wordt uitgevoerd door de Raad van Toezicht en heeft als doel de kwaliteit en integriteit van de advocatuur te waarborgen.
De belofte anders dan de Eed?
De advocaat mag kiezen of hij de eed of de belofte af wil leggen. Inhoudelijk en juridisch is er geen verschil in wat de advocaat zweert of belooft, het verschil is alleen religieus. Het verschil zit hem in de zin: "Zo waarlijk helpe mij God almachtig". Vaak leggen christenen de eed af. De niet-christenen leggen daarom vaak de belofte af. Als een advocaat in plaats van de eed kiest voor de belofte dan begint de griffier met: "Ik beloof/verklaar dat ik..." en bekrachtigt de advocaat dat met "Dat beloof ik". In dat geval is het niet nodig de twee voorste vingers van de rechterhand op te steken.
Eed bij andere functies
De advocateneed lijkt misschien bijzonder, maar er zijn naast de advocateneed veel meer beroepen waarbij een eed of belofte afleggen verplicht is. Onder andere rechters, artsen, notarissen, bankiers en militairen dienen een eed of belofte af te leggen.
Op Curaçao leggen rechters een eed af voordat ze hun ambt aanvaarden. De eed houdt in dat ze hun functie zullen uitoefenen in volkomen onpartijdigheid en overeenkomstig hun geweten. Bovendien beloven ze niets van het geheim der beraadslagingen openbaar te maken.
Ook geneeskundigen, zoals artsen, verpleegkundigen en andere medische professionals leggen een eed af. De artseneed, waarin ze beloven patiënten te behandelen met integriteit en mededogen.
Verder legt de notaris een eed af waarin hij of zij belooft zich aan een aantal verplichtingen te houden. De belangrijkste zijn de ministerieplicht (dit houdt in dat een notaris is bevoegd én verplicht om diensten aan het publiek te verlenen), de geheimhoudingsplicht en de plicht tot onpartijdigheid.
Bovendien dient iedereen die in dienst treedt bij een bank een bankierseed af te leggen. De bankierseed houdt in dat de bankmedewerker zijn of haar werkzaamheden integer en zorgvuldig zal uitoefenen en zich open en toetsbaar zal opstellen.
Daarnaast leggen militairen een eed af om hun land te dienen en de grondwet te verdedigen.
Alle beroepen leggen een eed af om verschillende redenen. Echter is terug te zien dat de kern van de eed draait om het vertrouwen en de integriteit. Een eed symboliseert immers het vertrouwen dat de samenleving stelt in professionals. Het benadrukt hun integriteit en toewijding aan ethische normen. Daarbij herinnert een eed professionals aan hun verantwoordelijkheden jegens hun cliënten, patiënten of het publiek. Het versterkt hun plicht om eerlijk, zorgvuldig en onpartijdig te handelen.
Kortom, eedafleggingen dienen als morele kompas en versterken de professionele normen binnen verschillende beroepsgroepen. De advocateneed in het bijzonder is een belangrijke belofte van integriteit en vertrouwen die advocaten afleggen bij de beëdiging tot advocaat. Met deze eed beloven advocaten onder andere dat zij zich zullen houden aan de wetten en regels die gelden voor de advocatuur en dat zij alleen zaken zullen aanraden of verdedigen waarvan zij geloven dat deze rechtvaardig zijn. De eed herinnert advocaten aan hun verantwoordelijkheid en benadrukt het belang van de onafhankelijkheid van de advocatuur.
Photo by Melinda Gimpel on Unsplash