Bij het uitblijven van een prestatie, wat is een redelijke termijn?
Door: mr. Sabine J.C. Anthonio
In mijn vorige artikel schreef ik over de mogelijkheden die een schuldeiser, na het verkrijgen van een in zijn voordeel gewezen vonnis, tot zijn beschikking heeft staan om het verschuldigde bedrag te innen. Als we terug gaan in de tijd, ver voordat er een vonnis wordt gewezen, begint een dergelijke procedure doorgaans altijd met het versturen van een ingebrekestelling. Een ingebrekestelling is een schriftelijke mededeling van de schuldeiser waarbij de schuldenaar wordt aangemaand om de overeengekomen en opeisbare prestatie (bijvoorbeeld het verrichten van een handeling of het betalen van een som geld) alsnog binnen een redelijke termijn te doen. Het is als het ware de laatste kans voor de schuldenaar om alsnog deugdelijk te presteren. Blijft deze prestatie uit, dan verkeert de schuldenaar wettelijk in verzuim (artikel 6:82 BW). In de praktijk wordt vaak de vraag gesteld wat een redelijke termijn is. De Hoge Raad (de hoogste rechtsprekende instantie binnen het Koninkrijk) geeft in zijn arrest van 11 oktober 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1581) aanwijzingen voor het antwoord op deze vraag.
De casus
In voormelde zaak heeft een hoofdaannemer (Fraanje) de overeenkomst met een onderaannemer (Alukon) ontbonden na een periode van discussie en correspondentie over de termijn en de kwaliteit van de nakoming (het voldoen aan de verplichting) door de onderaannemer. De vraag die centraal staat in de procedure is of er sprake was van verzuim zijdens Alukon op grond waarvan Fraanje gerechtigd was de overeenkomst te ontbinden. Volgens de rechtbank en het hof kon Fraanje de overeenkomst niet ontbinden omdat Alukon nog niet in verzuim was. De door Fraanje geboden laatste termijn was namelijk onredelijk kort. De Hoge Raad dacht daar echter anders over.
De Hoge Raad overweegt dat bij het oordeel over de redelijkheid van de gestelde termijn, de tijd die de schuldenaar voor de aanmaning heeft gehad om zich voor te bereiden dient te worden betrokken. Volgens de Hoge Raad, onder verwijzing naar de parlementaire geschiedenis, geldt daarbij “dat het de schuldenaar in de meeste gevallen niet vrijstaat om te wachten met de voorbereidende handelingen tot hij aangemaand wordt. Dit betekent dat termijnen die eerder zijn gesteld en het eerder door de schuldeiser sommeren van de schuldenaar, van belang kunnen zijn bij de beoordeling van de redelijkheid van de in een aanmaning gestelde termijn. Dat de schuldeiser voorafgaand aan de aanmaning termijnen heeft gesteld of de schuldenaar heeft gesommeerd, kan meebrengen dat de in de aanmaning gestelde termijn korter mag zijn dan wanneer de schuldenaar niet al eerder een termijn was gesteld of gesommeerd. Ook door de schuldenaar zelf gewekte verwachtingen ten aanzien van de termijn van nakoming wegen daarbij mee.” Een schuldenaar mag dus niet stilzitten.
De Hoge Raad gaat nog een stapje verder door te overwegen dat zelfs indien de eerder gestelde termijnen geen fataal karakter hebben en deze eerdere sommaties niet aan de wettelijke vereisten van een ingebrekestelling voldoen, dit er niet aan in de weg staat “dat zij kunnen leiden tot verkorting van de termijn die de schuldenaar bij een daarop volgende aanmaning moet worden gegeven om na te komen, bij gebreke van welke nakoming de schuldenaar in verzuim komt.”
Op grond van de wet kan het verzuim in bepaalde gevallen ook intreden zonder dat er een voorafgaande ingebrekestelling is vereist (artikel 6:83 BW). Moet er in die gevallen ook een redelijke termijn worden geboden om alsnog te presteren? Volgens de Hoge Raad kan onder omstandigheden een beroep op het ontbreken van een ingebrekestelling naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zijn of kan worden aangenomen dat op grond van diezelfde redelijkheid en billijkheid een ingebrekestelling juist achterwege kan blijven.
De Hoge Raad overweegt in dit kader voorts dat de omstandigheden van het geval met zich mee kunnen brengen “dat het verzuim van de schuldenaar ook intreedt indien de schuldenaar niet of niet toereikend reageert op een verzoek van de schuldeiser om binnen een redelijke termijn toe te zeggen dat hij binnen een gestelde, eveneens redelijke, termijn zal nakomen, of om zich binnen een redelijke termijn uit te laten over de wijze waarop en de termijn waarbinnen hij door de schuldeiser omschreven gebreken in de uitvoering van de overeenkomst zal herstellen.”
De eisen die aan de reactie van de schuldenaar mogen worden gesteld, zijn afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij kan mede een rol spelen of de gestelde termijn gebruikelijk is in de branche waarin partijen actief zijn. Van belang is voorts hoe concreet de schuldeiser de te herstellen gebreken heeft aangeduid en hoe specifiek hij heeft aangedrongen op een mededeling van de schuldenaar. Eventuele latere feiten en omstandigheden kunnen hierbij voorts gewicht in de schaal leggen, aldus nog steeds de Hoge Raad.
Op grond van het arrest van de Hoge Raad kan het volgende worden geconcludeerd. Indien prestatie door de schuldenaar uitblijft, dient hem ingevolge de wet doorgaans een redelijke termijn aangeboden te worden om alsnog na te komen. Wat een redelijke termijn is, is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarbij weegt de tijd die de schuldenaar vóór de desbetreffende aanmaning heeft gehad om zich voor te bereiden mee. In de praktijk komt het er op neer dat als de schuldeiser voorafgaand aan de laatste aanmaning reeds termijnen heeft gesteld of de schuldenaar heeft gesommeerd, ook als deze sommaties geen fataal karakter hadden of zij niet aan de wettelijke eisen van de ingebrekestelling voldeden, de in de laatste aanmaning gestelde termijn korter mag zijn dan wanneer eerdere aanmaningen/sommaties zijn uitgebleven.
Wordt u geconfronteerd met een schuldenaar die een opeisbare vordering niet nakomt, wacht dan ook niet te lang met het aanmanen/sommeren van deze schuldenaar tot nakoming. Deze eerdere sommaties, ook al zijn deze in de vorm van een simpele brief, email of whatsapp-bericht, kunnen voorkomen dat u on the long run aan het kortste eind trekt.
Photo by Caleb Angel on Unsplash